Levenslang leren
In de hedendaagse kenniseconomie is levenslang leren (LLL) een belangrijk gegeven. Kwetsbare groepen vinden echter moeilijk toegang tot levenslang leren. Vooral bij mensen in een sociaaleconomisch zwakkere positie en/of met een migratieachtergrond ligt de participatiegraad laag. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt door politiek en maatschappij hoe langer hoe meer bij deze kwetsbare groepen zelf gelegd. Volgens het Kenniscentrum Gezinswetenschappen hebben structurele factoren binnen het huidige onderwijssysteem echter wel degelijk een negatief effect op de leercultuur op latere leeftijd, en werken deze bijgevolg ongelijkheid in de hand. Het kenniscentrum pleit er voor om krachtig in te zetten op inclusief onderwijs voor de bevordering van participatie en emancipatie.
De bacheloropleiding Gezinswetenschappen is hiervan zelf een uniek voorbeeld; jaarlijks kunnen enkele honderden volwassenen hier levenslang leren in de praktijk zetten. Van bij het ontstaan heeft de opleiding een sterk emancipatorisch doel. Ze is voor velen een tweede kans, zeker voor studenten die niet over het vereiste secundaire onderwijsdiploma beschikken en die via een toegangsproef met de opleiding starten. Vanaf de jaren ’90 werd nog extra ingezet op het aantrekken van studenten met weinig studie-ervaring, door extra lessen aan te bieden en in te zetten op een mentorenprogramma.
Bovendien heeft de opleiding Gezinswetenschappen in samenwerking met het centrum enkele initiatieven ontwikkeld om de participatie en sociale inclusie van kwetsbare studenten in het onderwijs te versterken. Zo is er ‘Diversi-Date’, een jaarlijks project waarin telkens ongeveer 150 leerlingen met diverse achtergrond uit de derde graad secundair onderwijs worden uitgenodigd om op informele wijze uit te wisselen over identiteit en levensbeschouwing. De opleiding zette ook het door ESF gefinancierde project ‘Stevig uit de Startblokken’ op het getouw. Dat geeft extra ondersteuning aan studenten die door hun taal, cultuur of opleiding drempels ervaren om een hogeschoolloopbaan aan te vangen, maar die wel over de nodige motivatie en capaciteiten beschikken.
Daarnaast is er ook het FAMCOMPASS (Family Competences Portfolio), een instrument waarmee gezinscompetenties kunnen worden geëvalueerd en gevalideerd. Gezinscompetenties zijn kennis, vaardigheden en attitudes die mannen en vrouwen hebben verworven in de informele context van hun gezin en familie, als opvoeder, partner en verzorger. Gezinscompetenties worden weinig of niet gevalideerd bij de evaluatie van eerder verworven competenties. Door ze zichtbaar te maken, krijgen mensen die een instap in een leertraject overwegen, meer zelfvertrouwen en een duwtje in de rug.
Het kenniscentrum en de opleiding Gezinswetenschappen zullen in de toekomst hun rol blijven spelen in het maatschappelijke debat over levenslang leren en inzetten op projecten en innovaties die structurele oplossingen kunnen bieden om het onderwijssysteem meer inclusief te maken.
Boekvoorstelling 'Sociaal schaduwwerk'
Gastcollege 'Tussen mensen'
Met de handen in het haar
Beeld van de Huizen van het Kind 2016
Hoe vorm je cultuurcompetente sociale professionals?
Hans Van Crombrugge publiceerde twee artikels op Sociaal.Net: 'Hoe vorm je cultuurcompetente sociale professionals?' en 'Wildgroei aan opleidingen voor sociale professionals'.
Er is meer nodig dan een open houding, maar wat? Hoe kan het hoger onderwijs hierop inspelen? En waarom niet de schaar zetten in het (te) grote aanbod?
Pagina's
